A
BBestuiving: transport van stuifmeelkorrels (mannelijke gameten) naar de stampers (het begin van het vrouwelijk geslachtsorgaan van een plant). Bijenbrood: bijenbrood is de basisvoeding van de werkbijen. Het bestaat uit een klompje stuifmeel dat gemengd is met een beetje honing en uit melkzuur. De stuifmeelklompjes en de honing worden in de opeenvolgende laagjes in de honingcellen opgestapeld en vervolgens aangeduwd. Door de warmte van de bijenkast ondergaat het bijenbrood verschillende transformaties waardoor de voedingswaarde en de assimilatiegraad ervan toeneemt. Bijenhoeder: als een herder begeleidt en verzorgt de imker zijn bijen
CDEEnten van honing of geleide kristallisatie: aan de nog vloeibare honing voegt men een bepaalde hoeveelheid toe van dezelfde honing die reeds gekristalliseerd is tot een crèmige emulsie (entvloeistof). Vervolgens roert men deze twee voorzichtig door elkaar. Het geheel zal kristalliseren door de ingebrachte kristallen te kopiëren. FFeromonen: natuurlijke chemische stof die geproduceerd wordt door bijen (en andere insecten) om het gedrag of de fysiologie van leden van de kolonie te veranderen GGedomesticeerde bij: term die gebruikt wordt om te verwijzen naar de honingbij |
HHoningbij: (apis mellifera) een bij die honing maakt Honingdauw: een kleverige en stroperige stof die afgescheiden wordt door bladluizen en afgezet wordt op de vegetatie. Deze van oorsprong biologische substantie is rijk aan suikers en aminozuren. Bijen verzamelen honingdauw als aanvulling op of vervanging van nectar. Ze maken er honingdauw van; een honing die donkerder en minder vochtig is dan nectarhoning. Boshoning, eikenhoning en dennenhoning zijn enkele voorbeelden van honingdauw. Deze verschillende soorten honingdauw zijn zeer rijk aan antioxidanten, oligo-elementen en minerale zouten. Vooral in de Angelsaksische landen en Duitsland is deze honingdauw heel populair KKristallisatie: bij de oogst is alle honing vloeibaar. Naarmate de tijd vordert, vormen zich kristallen waardoor de textuur van de honing wijzigt. De vloeibare honing wordt crèmig, granuleus en zelfs stroperig. NNectar: PPastorale bijenteelt of transhumance: in de pastorale bijenteelt verplaatst men de bijenkasten regelmatig naar een andere locatie om de honingproductie te verhogen SSmeerbaar: kan op een boterham gesmeerd worden zonder dat deze stuk gesmeerd wordt
Solitaire bij: TTranshumance of pastorale bijenkweek: het regelmatig verplaatsen van de bijenkasten om de honingproductie te verhogen WWilde bij: |